De transitie naar het 'as-a-service' afnemen van applicaties gaat hard, maar niet hard genoeg. Tenminste… niet hard genoeg om op korte termijn het eigen datacenter al te kunnen sluiten. Dat is wat veel van onze klanten op dit moment bezig houdt. Zelfs de meest agressieve cloudstrategie kan niet altijd voorkomen dat het bestaande datacenter nog enkele jaren operationeel gehouden moet worden voor de huidige (legacy-) applicaties. Als CIO ben je dus op zoek naar een oplossing om de levensduur van je datacenter te verlengen zonder dat je a; grote investeringen moet doen; b; onomkeerbare beslissingen neemt die de cloudstrategie in de weg staan c; in complexe integratie-situaties terechtkomt.

Als dat moment gekomen is waarop er investeringsbeslissingen moeten worden genomen over toekomstige infastructuur dan blijken er nieuwe mogelijkheden te zijn om deze in te richten. De gebruikelijke wijze van het zelf samenstellen van infrastructuur door losse servers en losse storage te selecteren en die zelf te integreren is achterhaald. De voordelen die de keuzevrijheid in componenten biedt wordt teniet gedaan door het gebrek aan integratie en standaardisatie. Daarnaast zien we dat het vervangen van het bestaande storage systeem (SAN) een zeer kostbare exercitie is waar veel organisaties niet op zitten te wachten. Zeker niet omdat na twee of drie jaar de cloudstrategie wel volledig ten uitvoer is gebracht en de nieuwe infrastructuur potentieel buiten gebruik wordt gesteld.

Converged of Hyper-Converged infrastructuren

Er zijn vandaag de dag diverse mogelijkheden voor het slim aanschaffen van nieuwe infrastructuur. Naast het oude concept van zelf servers en storage bij elkaar zoeken en configureren zijn er nieuwe mogelijkheden bijgekomen:

• Traditioneel (zelf selecteren en integreren)
• Converged infrastructure (zoals een Flexpod of een Vblock)
• Hyper-Converged infrastructure (Nutanix, Simplivity, EVORail) of zelfs Composable infrastructuren.

Deze nieuwe architecturen onderscheiden zich ten opzichte van de bestaande werkwijze doordat alle componenten geïntegreerd worden aangeboden.  Zo beschikt een converged-infrastructuur over geïntegreerde storage, compute, netwerk en servervirtualisatie en wordt dit als één product geleverd. Voorbeelden hiervan zijn een VCE Vblock of de Flexpod met Netapp storage. Hyper-convergedsystemen gaan nog een stapje verder; daar zit geen traditioneel SAN meer in. Iedere hyper-converged node beschikt over storage die vervolgens gevirtualiseerd wordt aangeboden aan het virtualisatieplatform. Dit impliceert dat er geen Storage Array meer aangeschaft hoeft te worden en dat uitbreidingen vanaf nu in kleine, overzienbare stappen kan plaatsvinden.

Bovendien bieden dit soort moderne infrastructuren alvast de mogelijkheid om te 'oefenen' met concepten zoals geautomatiseerd configuration management en deployment automation, welke onmisbaar zijn in de cloudstrategie van een organisatie.

We hebben inmiddels een aantal keer de vraag gekregen om te assisteren bij de selectie tussen converged- en hyper-convergedinfrastructuren, vandaar dat we er nu voor gekozen hebben om onze kennis te bundelen in een whitepaper.  Dit whitepaper met de werktitel 'Hyper con-watte?' geeft een duidelijk inzicht in welke keuzes er te maken zijn, welke overwegingen daarbij zijn en welke uitdagingen je tegen komt.